Afrodisias
Opgravingen in Afrodisias hebben aangetoond dat er hier in 3000 v Chr. al mensen woonden. Nadat de stad Lelegonpolis, Megalepolis en Ninoe heeft geheten, heette de stad met de komst van de Grieken Aphrodisias, genoemd naar Aphrodite, de Godin van de liefde, seksualiteit en vruchtbaarheid (Romeinse naam: Venus).
De stad bereikte het hoogtepunt in de bloeiperiode onder keizer Augustus (27 v Chr – 14 n Chr) en Tiberius (14-37). Toen Augustus de troon besteeg, sprak hij: ‘Afrodisias is de enige stad van heel Azie, die ik als mijn persoonlijk eigendom beschouw’. Deze uitspraak is nog steeds in Griekse letters te vinden op de muur van het theater.
Augustus beweerde af te stammen van Aphrodite. Voor de stedelingen betekende dit dat zij vrijgesteld waren van keizerlijke belastingen. In het nabij gelegen Akdagi-gebergte werd blauwwit marmer gewonnen. Er kwam een belangrijke beeldhouwschool, welke beelden leverde aan het hele Romeinse Rijk. Tevens was de stad een centrum van de medische wetenschap en filosofie.
In de 5de eeuw werd de Tempel van Aphrodite omgebouwd tot een kerk en werd de naam van de stad veranderd in Stravopolis (Stad van het Kruis). De stad werd ook vaak Caria genoemd (het was de hoofdstad van de provincie Caria). Deze naam is door de Turken verbasterd tot Geyre, het dorpje wat nu nog vlak bij Afrodisias ligt.
Aphrodite
Aphrodite was de Griekse Godin van de liefde, seksualiteit en vruchtbaarheid. Aphrodite was getrouwd met Hephaistos, maar had ook relaties met Adonis, Hermes en Dionysos. Haar kinderen waren onder andere Eros, Hermaphroditos en Priapos (vruchtbaarheidsgod en altijd afgebeeld met een enorme penis). Aphrodite was ook de aanleiding voor het begin van de Trojaanse oorlog.